Hoofdstuk drie:
ZATERDAGAVOND

“Hoe viel je eerste week eigenlijk mee?”
Vreemd, ik zat dagenlang met Amber in hetzelfde huis en toch was het pas in een pitatent dat ik haar naar haar voorbije week vroeg.
“Gaat wel. Al hadden er wel meer interessante personen mogen zijn.”
“Hoezo?”
“Veel hautaine idioten.”
“Dat belooft.”
“Ach, er lopen ook nog anderen tussen.”
Terwijl Ambers eerste week alweer voorbij was (de tijd gaat snel, zouden vijftig-plussers zeggen), duurde het nog een hele week eer ik aan mijn nieuw jaar zou beginnen. Toch wou ik al hier zijn, om te wennen aan de nieuwe stad en aan een appartement te delen met Amber.
“Heb je er iets op tegen als ik je Jon noem?”
“John? Dat is zo plat Amerikaans.”
“Nee, Jon. J-o-n. Als in Jon Spencer.”
“Dat is al heel wat beter.”
Ambers muzikale smaak was erg veranderd de laatste jaren. Ze was van hitparadevulsel als 2Unlimited afgedwaald naar de alternatieve oerklanken van Jon Spencer en Sonic Youth. Mij hoor je niet klagen. Tegenwoordig kopen we platen die de andere ook wel wil, wat een flinke hap scheelt in onze portemonnee. Bovendien is het al bij al een minder vreemde evolutie dan iemand die zijn platen van Suicidal Tendencies inruilt voor het oeuvre van Céline Dion.
“En hoe moet Jon Amber dan noemen?”
“Nog niet over nagedacht. Kies zelf maar iets. Als ik het lelijk vind, hoor je het wel.”
“Amb?”
“Dat valt nog mee.”
“Amb dan.”

Ik kijk uit het raam en mors daardoor saus op mijn broek.
Terwijl buiten, aan het café naast de pitatent, zich één van de meest romantische en passionele taferelen aller tijden afspeelt, veeg ik de saus van mijn broek.
Ondertussen is er een nors kijkende man de tent binnengekomen. Hij kijkt kwaad, misschien zelfs verwijtend, naar het meisje dat aan het raam zit. Alsof dat de enige plaats was waar hij had kunnen zitten. Hij zet zich elders en ik merk op dat hij dezelfde schoenen draagt als ik. Iets in mij schaamt zich ervoor.
“Wat zullen we doen?” vraagt Amber.
“Goeie vraag. Heb jij zin om ergens te fuiven?”
“Niet echt. Een beetje.”
“Dat is dan toch nog een beetje méér dan ik.”
“Is er iets op tv?”
“Op zaterdagavond? Dezelfde programma’s als de voorbije tien jaar. We kunnen nog altijd naar een film.”
“Speelt er iets goeds?”
“Achter je hangen de Week-Ups. Neem er eens één.”
“Als jij de film kiest.”
“Waarom ik?”
“Jij kent meer van film.”
“Ja, en?”
“Dan mag jij zeggen wat er allemaal speelt en dan zeg ik wel of ik zin erin heb.”
“Oké, we kunnen kiezen tussen Disturbing Behaviour en Cruel Intentions.”
“Geen van beide laat een belletje rinkelen bij mij.”
Disturbing Behaviour is een film van David Nutter, die je vooral kent als regisseur van een aantal afleveringen van The X-Files. Het verhaal lijkt wat op dat boek dat je onlangs las: The Stepford Wives, alleen is het nu een experiment met jongeren. De film werd afgekraakt in Amerika, maar dan moet je niet op letten. Dat doen ze met elke film van iemand die nog tv-series heeft geregisseerd.”
“Goed, en de andere?”
Cruel Intentions, of Sexual Provocation zoals ze hem hier hebben genoemd, in de hoop een aantal sekshongerige Belgen de filmzaal in te krijgen, is Les Liaisons Dangereuses op een moderne wijze gefilmd, met Reese Witherspoon van S.F.W. en ons aller Buffy.”
“Ik krijg spontaan huiduitslag als ik die zie, dus doe die film maar niet.”
“Hier valt ze wel in mee.”
“Welke zou jij het liefst zien?”
Disturbing Behaviour zal waarschijnlijk eerder de zalen uit zijn en ik wil je niet echt huiduitslag bezorgen, dus nemen we de film van David Nutter maar?”
“Wie heeft eigenlijk die Cruel Intentions geregisseerd?”
“Euh, geen idee.”
“Yes! Er zijn nog dingen die je niet weet.”
“Er is nog veel dat ik niet weet. Anders had ik me al lang door de kop geschoten.”
“Niks van, geen zelfmoordpogingen als je met mij naar de film gaat.”
“Daarna dan?”
“Maar alleen als het een goede film was. Anders schiet ik je wel iets door je kop, omdat je mij naar een hoop rommel hebt meegesleept.”
“Euh... we kunnen ook nog altijd thuis naar FC De Kampioenen gaan kijken.”
“Nee bedankt, dan schiet ik mezelf liever een kogel door de kop.”
“Dan zullen we maar naar de film gaan.”
“Zijn we weg?”
“Zouden we niet eerst betalen?”
“Goed dat ik jou nog heb, iemand die de details bijhoudt.”
“Ging jij me niet trakteren?”
“Ik kan me niet herinneren dat ooit gezegd te hebben.”
“Je had mij toch nodig om alle details te onthouden?”
“Datails, ja. De dag dat ik voor twee kan betalen, is dat geen detail meer, dan staat het op de voorpagina van elke krant.”
“Ik kon het maar proberen, hé.”
“Inderdaad, maar helaas. Zeg, ging jij niet voor ons alletwee betalen?”
“Nee, daar vergis je je. Ik wou de hele pitatent trakteren.”
“Juist, dat was het. Hoeveel is het nu eigenlijk?”
“Driehonderd voor jou en driehonderd veertig voor mij.”
“En dan op naar de film.”
“Op naar de film.”

Wat kon Febe doen?
Veel, maar er waren ook heel wat dingen die ze meteen uitsloot. Vooral alles wat met andere mensen te maken had. Ze had absoluut geen behoefte aan gezelschap, in die mate zelfs dat ook een bezoek werd uitgesloten.
En hoewel ze geen lezer was, had ze zin in een boek. Gelukkig had ze er een vijftal meegebracht. Ze sloeg het boek open en begon te lezen. Toch voelde ze zich nog niet helemaal zoals ze had gewild. Ze trok al haar kleren uit behalve haar ondergoed, greep een handdoek uit de kast en zocht naar haar badtasje. Ze haastte zich naar de douchecel, ook al was er niemand anders in het huis, en zette de waterkraan al open nog vòòr ze alle spullen had neergelegd en de deur dichtgetrokken. Toen ze de douche instapte, was het water precies op de juiste temperatuur.
Echt vuil was Febe niet, het ging haar meer om het gevoel van warm water. Ze waste haar lichaam snel en daarna haar haren. De kleine kamer begon al snel te dampen. Ze vond de douche heerlijk, maar ze voelde zich niet echt op haar gemak, zo alleen op een zaterdagavond in een nog redelijk vreemd huis. Maar ze zag niet in hoe ze gevaar kon lopen: wie wist dat er een meisje in de douche stond? Het had net zo goed een kast van een kerel kunnen zijn die de indringer onschadelijk kon maken met zijn zwarte karateband. En er zijn niet zo veel inbrekers die een huis binnendringen als er nog ergens licht brandt. Dat kalmeerde haar nog meer.
Ze liet het water nog één minuut lang over haar haren stromen eer ze de kraan dichtdraaide. Ze nam de handdoek en begon zich af te drogen. Eerst de haren en daarna haar benen. Toen die droog waren, wikkelde ze de handdoek om haar lichaam en ze stopte de douchegel en de shampoo terug in haar tas. Ze deed het licht uit en holde terug naar haar kamer. Op de gang leek het alsof het ineens tien graden kouder was geworden. Er stond al kippenvel op haar armen toen Febe haar kamer sloot. Ze deed het licht uit en het nachtlampje aan. Ze ging met de handdoek nog om haar middel op haar buik op bed liggen en ze nam het boek weer vast. Ze begon te lezen waar ze was gestopt (de twintigste regel of zo) en zonk nu veel sneller in het verhaal. Met de ene hand hield ze het boek vast, haar andere veegde haar haren in de plooi. Dìt was al veel beter.
Het boek deed haar vergeten waar ze niet aan wou denken.

E i n d e